Vergaderator

Vergaderator

Vergaderator aan het werk

Velen hebben bezwaren over de term “facilitator”. De discussie daarover loopt al een tijdje  in de LinkedIn groep van facilitators. Ik sprak hier, geheel zijdelings en toevallig – of niet -, over met Ceciel Fruijtier, tekstconsulent. Zij suggereerde in eerste instantie “vergaderier”, vergelijkbaar met kruidenier en herbergier. Eenmaal thuis raakte ik in de ban van het combineren van woordelementen. Door het combineren van werkwoorden met uitgangen zocht ik naar begrippen die beter benoemen wat we willen zeggen. Een aantal stuurde ik aan haar en na een paar dagen kwam ze met een woord dat ook op mijn lijstjes figureerde: “vergaderator“. Haar argumentatie was: “past in het rijtje mediator, observator, commentator, illustrator etc. (en facilitator, JL) Het klinkt wat actiever dan ‘vergaderant’ en wat serieuzer dan ‘vergaderier’.”. Toen zag ik het. Vergaderator. De vergaderier kunnen we gebruiken voor de aanbieder van vergaderruimte, vergelijk het met de genoemde herbergier. De deelnemer aan een vergadering noemen we vergaderaar. Maar dat hadden we al. Ik zag de betekenis van het woord niet tot ik het hoorde. Dat, denk ik dan, is de kracht van Ceciel: zij hoort wat er gezegd wordt. Ik ben van nature meer visueel ingesteld en ik zie het pas wanneer ik het begrijp.

En passant heb ik hier een mooie illustratie van mijn stelling dat betekenis een emergente kwaliteit is van wisselwerking. In een open wisselwerking (overigens ook in een gesloten, maar “open” suggereert meer openheid) ontstaat dat prettige gevoel dat wat we doen er toe doet. Dat wat er toe doet noem ik betekenis. De betekenis gaat vooraf aan de benoeming. We willen (kunnen, mogen, moeten) dat op de een of andere manier vastleggen. Dat vastleggen doen we in woorden, in taal. Vervolgens ontstaat de narratieve illusie (hebben we daar weer het lemma ‘li’?) dat de woorden de betekenis zijn.

Onze wereld bestaat uit wisselwerking – daarom noemen we het ook de (wissel)werkelijkheid. In elke wisselwerking ontstaat iets extra’s, Ceciel noemde dat, in navolging van de oprichter van Van Ede, ‘het derde punt’. In (of uit) wisselwerking ontstaan verbindingen die we bemerken, gewaarworden, benoemen en gebruiken, maar die niet tastbaar zijn zoals de wisselwerking zelf. Vandaar mijn gebruik van het woord “kwaliteit”. Wanneer ik het als qua-li-teit spel, zal het duidelijk worden (zie ook hierna) dat dit woord duidt op aspecten van de verbinding. De kwaliteit.

Overigens meent vrijwel iedereen dat faciliteren verband houdt met “facile“, Frans voor gemakkelijk. Mijn veronderstelling is dat het te maken heeft met verbinding maken. Het lemma “li” komt van “yui” dat zoveel betekent als verbinden. We vinden het in woorden als relatie, religie en intelligentie. het lemma “fac” wordt geleverd door het Latijnse “facere“, maken. “Fact”, “feit” zijn woorden die daarvan afgeleid kunnen zijn. Wellicht is dit weer een samenstelling “ire”, gaan. Faciliteren is dus maken of aangaan van verbindingen. “Se non è vero, è ben trovato“. Dat is Italiaans, als het niet waar is, is het in ieder geval goed gevonden.

This entry was posted in Betekenis, vergaderator and tagged , . Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.