De leergang is gebaseerd op wat ik graag een metapraxis noem. Behalve omdat het een verwarrend woord is – kunnen handelen in verwarring is een belangrijk motief -, gebruik ik het graag omdat het het beste omschrijft wat ik bedoel te zeggen. Onder praxis verstaan we het handelen met kennis. Praxis handelt over het gebruik van de theorie, les, vaardigheid of hulpmiddel. Aristoteles maakte onderscheid tussen kennis in de vorm van theorie (doel is waarheid), in de vorm productie (doel is iets tot stand brengen) en praxis (doel is actie). De laatste verdeelde hij verder in ethiek, economie en politiek. Het zal de lezer duidelijk zijn dat de kern van faciliteren – versnellen van verbinden – gevormd wordt door de praxis. Het verstandig doel van faciliteren is het uitvoeren van activiteiten. Een bijeenkomst, is al jaren mijn stelling, is pas geslaagd wanneer de afgesproken acties zijn uitgevoerd.
Iedereen heeft geleerd welke acties of activiteiten hem of haar liggen en wat onder welke omstandigheden waarschijnlijk de beste keuze is. Met de metapraxis onderbouw ik dat. Bovendien is het een instrument voor zelf-reflectie.
“maar is het dan geen theorie?”, vroeg Carolien. Geen theorie omdat de praxis niet gebaseerd is op ideeën of concepten en – in lijn met Aristoteles – niet als doel waarheid heeft. Dat is ook een verschil met enige theorie. Een praxis kent geen theorie of methodologie, dat wil zeggen de manieren waarop we tot waarheid komen. In een praxis vatten we de waarheid op zoals beschreven in, het woord zegt het al, het pragmatisme. Wat we kennen van de handelingen vormt de waarheid. Ik hanteer een praxis die berust op de universele overeenkomst in de verschillen die we maken. In de praktijk blijkt dat er verschillen tussen mensen en hun opvattingen bestaan. Deze verschillen uiten zich in verschillende vormen, modellen. Het model van Kolb over leren is zo’n model (hij noemt het ook een praxis). De MBTI is een andere verschijningsvorm. Maar ook de vier elementen (aarde, water, lucht en vuur) of de vier humeuren. Deze verschillen zijn universeel, vandaar dat we ze ook archetype noemen. Ze vormen of zijn gevormd, dat kunnen we niet uitmaken, uit de oorsprong – “oer” wil zoveel zeggen als bron, datgene wat iets voortbrengt, we vinden het zelfs terug in het Engelse “wo-man” -. De splitsing van bijvoorbeeld licht en donker, aarde en water is elementair. Vandaar dat we ze terug zien als de elementen van onze opvattingen. Niets mysterieus. Terzijde: een ander voorbeeld van een metapraxis is volgens mij het kernkwadranten model van Daniel Ofman.
In de leergang gaan we met elkaar op zoek naar wat faciliteren betekent. Voor de opdrachtgever of probleemeigenaar; voor de groep en de gegeven situatie; en voor de deelnemer zelf. In de leergang nemen we de tijd om te handelen en te reflecteren op de handeling.