In mijn boek over faciliteren maak ik ook duidelijk – of niet -, dat we probleemoplossen tot probleem gemaakt hebben.
Alle oplosbare problemen hebben we opgelost. (Het eigenlijk is erger, problemen oplossen is inherent paradoxaal). Door ons succes, creëren – of “realiseren”, je ziet wat je wilt zien – we nog steeds “context” van oplossingen versus problemen.
Zo lees ik bijvoorbeeld ook Harari: honger, kou, ziekte en oorlog hebben we opgelost – voor zover mogelijk; wat overblijft vormen verdelingsproblemen.
Alle huidige conflicten bestaan uit verdelingsproblemen, drie geneste “Tragedy of the Commons“:
1. ruimte: voor de schaapjes overbeweiden ( “Commons“, de gemeenschappelijke weide) door grote kuddes (= uitputting) leidt tot:
2. regels en recht: verdeling van de ruimte (in het Engels “Common Law“), waarbij geldt “might is right“, macht maakt recht
3. politiek: afspraken over recht en regels (in het Nederlands “grond(!)wet”, in het Engels spreken we van House of Commons), waarbij grote partijen (ik bedoel ook politieke) de meeste stemmen hebben.
Die derde leidt weer tot effecten op het eerste niveau, heel simpel bijvoorbeeld m.b.t. huisvesting in Nederland en de huidige oorlogen. Q.E.D.
Conclusie
We scheppen – onbewust – gemene gemeenschappelijk situaties, die we in stand houden door te menen dat het problemen zijn die om oplossingen vragen
Implicaties voor faciliteren
De situatie, om met Watzlawick te spreken, is hopeloos maar niet ernstig. Onze taak bestaat uit het scheppen van (vrije) keuzemogelijkheden in de situatie. Daartoe gaan we eerst de situatie erkennen als een …. situatie. Vermijd de woorden als “probleem”, “oplossing”, “hulp”, … . Geef aan, dat je de situatie niet kent, maar wel kunt voorstellen.
Verstoor
De cliënt blijft eigenaar van zijn of haar situatie. Onze taak bestaat uit versterken van de mensen in hun situatie.
En, wat ik noem, verstoren van de communicatie. De bestaande patronen, gebruiken, gewoontes, manieren van doen, werken niet langer en kunnen het beste verstoord worden. Wat ik weleens geef als antwoord op “wat doe je met verstoringen tijdens de sessie?”: “de verstoringen zijn de sessie”.
Herkader
Het klinkt misschien gek, want zo zijn we het niet gewend: definiëren van een situatie als een op te lossen probleem, initieert macht en machteloosheid. Technisch gesproken, blokkeert een opdrachtgever – macht – daarmee zichzelf, de deelnemers en het interveniëren door middel van faciliteren – machteloosheid. Ik heb het al eerder gezegd: we dienen eerst uit te vinden waaruit de situatie bestaat. De bijeenkomst begint, zoals steeds, in de intake.
De uitzichtloosheid van de situatie wordt waarschijnlijk al in het begin van je intake op symbolische wijze genoemd, maar niet gehoord. Meestal hebben mensen niet in de gaten, dat ze een kuil voor zichzelf gegraven hebben. Zoals we zeggen: “wanneer je jezelf een kuil graaft, stop met graven”.
Let op de gebruikte metaforen om de (probleem)situatie te beschrijven. Noteer ze bij voorkeur.
Laat langzaam gaan
Laat de klant of opdrachtgever eerst “spuien”: de spanningen moeten er eerst uit. Dit geeft je inzicht in de elementen van de situatie, wat waaraan wordt toegedicht. Check of jij over mag nemen, bijvoorbeeld door te vragen “… en is er nog meer…?”
Onderzoek de eerste gebruikte metaforen over de situatie. Zoals “…. dit … is als ….”, of “… en wat verstaat u onder ….” en “…. wat gebeurde er voor/na ….” . Go Slow, ga langzaam. Sluit aan bij het woordgebruik van de klant, vermijd “vertalen”.
Onderzoek de diverse aannames en stel ook je eigen aannames open voor onderzoek.
Schep vervolgens tijd en ruimte voor de deelnemers in de toekomstige bijeenkomst om te bewegen. Maak ruimte voor onderzoek door hen naar de situatie. Je kan iets zeggen als: “… dat zou zo kunnen zijn, ik kan me voorstellen dat sommige deelnemers dat ander zien…” (gebruik ruimtelijke metaforen, dus liever “denken” of “menen” zeggen). Of: “… in sommige gevallen, willen mensen te snel naar een oplossing, …”.
Geleidelijk aan, krijg je zo de indruk van de voorliggende taak. Werp licht op de situatie en geef aan, waaraan je denkt om de situatie met de deelnemers te verlichten. Stel een voorstel voor dat teruggrijpt op de door de klant gebruikte metafoor.
Bespreek verwachtingen over je eigen positie (vermijd het woord rol, hou ruimte) in de situatie van de bijeenkomst. Bespreek je verwachtingen over de cliënt, opdrachtgever, en zijn/haar/hen deelname aan de bijeenkomst. Biedt structuur, maar geen inhoud,